Op het terras legt zij
nog eens een keer
uit, aan hem, wat
zij gisterenavond bedoelde
te zeggen.
Op zo’n manier, al zou hij
iets willen tegenwerpen
om maar iets te tegenwerpen te
hebben in dit soort gesprekken,
dat hij slechts knikt en zegt
het fijn te vinden met haar te
praten over wezenlijke
dingen.
Door haar Madonna-zonnebril
kijkt ze hem warm aan, ze bedenkt
dat ze met hem wil
vrijen.
Op het terras luistert hij
nog eens een keer,
hoe zij, de woorden zorgvuldig
kiezend, hem vertelt wat
zij gisteren eigenlijk wilde
zeggen.
Haar woorden raakten hem
meer dan hij dacht en
nu weer.
Hij wil haar vasthouden en
zeggen dat het goed
is.
Hij vindt het fijn met haar
te praten, zij hoort hem
altijd.
Door haar bril ziet hij
de warmte, die hij
zo herkent.