De ALV

Ik wil bij voorbaat mijn excuses aanbieden betreffende de breedvoerigheid van deze column. Gooi het op enthousiasme, gooi het op tomeloos geluk!

Wekenlang heb ik uitgekeken naar de Algemene Ledenvergadering die gisteravond plaatsvond. Wekenlang liep ik met de toegestuurde agenda in de hand – 17 heerlijke punten, 30 hoopvolle subonderwerpen – me te verkneukelen op de discussie die hoe dan ook zou gaan losbarsten. Het water liep me tappelings uit de mond toen ik punt voor punt de agenda bestudeerde. De agenda was een mix van halszaken, hamerstukken en boeiende onderleggers voor innovatief cabaret. De agenda was een smoothie van agitatie, berouw, woede en berusting. O, wat houd ik van mijn buren in al hun emoties – stuk voor stuk zitten zij opgesloten in mijn hart. Het zijn prachtige mensen, we hebben ze in alle soorten en maten. Van nurkse zwijgers tot optimistische constructivisten, van emotionele zeiksnorren tot tegendraadse dramakutten, van principiële matrixdenkers tot anarchistische bh-verbranders, van heldhaftige bestuurders tot rebellerende bewoners – ze waren er allemaal. Op het puntje van mijn stoel zittend heb ik genoten van zoveel brandende betrokkenheid, puriteinse rechtlijnigheid en zuivere wijsheid. Gulzig dronk ik het allemaal. Van pure opwinding moest ik soms even gaan staan of mijn buurman hard op de schouder slaan.

‘Ben jij ook zo gelukkig?’ riep ik, ergens zwevend in de ruimte, ‘Vind jij dit ook zo mooi?’

Het ‘laten we het centraal houden!’ zette me gelukkig weer met beide voeten op de grond.
De ALV wordt steevast prima bezocht. Deels komt dat door de goedgevulde agenda, maar zeer zeker ook door de locatie. We zijn al een paar keer te gast geweest in ‘De Landing’ – een aan het militaire systeem gerelateerde horeca-achtige gelegenheid. Ik dacht dat het ooit een PMT – Protestant Militair Tehuis – is geweest. Elke keer als ik ‘De Landing’ binnenloop, beleef ik mijn diensttijd opnieuw. Zachte herinneringen aan de tijd dat ik nog jong, slank en minder gevoelig was. De tijd dat we biertjes dronken voor vijftig cent, elleboogdiep wegzakten in tafelkleedjes en met grote ogen naar Emanuelle 1 t/m 7 keken – op groot diascherm en in soft-focus. Ik geraak in ‘De Landing’ al in een soort transcendente toestand, nog voor de voorzitter ons allen welkom heet en de vergadering opent.

De ALV gisteravond was weer als vanouds. De ergernissen knalden van links naar rechts, doorspekt met bijtend cynisme, lacherig sarcasme, onwil en ongeloof. Waren jarenlang de parkeerplaatsen dankbaar onderwerp van pittig debat, zij moesten nu plaatsmaken voor dé nieuwkomer: het talud. Het deed bij menigeen het bloed koken, de wangen kleuren en het hart sneller kloppen. Ik zag verhitte koppen, rollende ogen en diepe verzuchting toen dit punt namens de Tuincommissie werd behandeld. Tuinmensen zijn over het algemeen pacifistisch ingestelde mensen en stemmen overwegend D66 of GroenLinks – maar het zijn vrijheidstrijders avant la lettre als hun Moeder Natuur aangerand wordt. Nog voor de strijd losbarstte, waren de schoffels al geslepen.

‘Dit hoeven wij niet te pikken!’

‘Waar zijn wij in dit verhaal?’

‘Zijn wij aansprakelijk als die duur betaalde tuinman – die zijn vak dus echt niet verstaat – al telefonerend het talud afrolt en op een van onze terrassen zijn nek breekt?’

‘Er moet een hek komen, want drie weken geleden dacht ik kinderen te hebben gezien op ons talud – waarop dus echt niets groeit!’
Zo nu en dan had ik het echt te doen met onze voorzitter – is er al een Standbeeldcommissie ingesteld? – die als een ware binnenvaartschipper alle clandestiene veerpontjes en wildzwemmers moest ontwijken. Hetgeen hij veelal vakkundig deed. Soms dacht ik zelfs een steelse glimlach rondom zijn mond te zien.

Nee, het talud heeft het falend parkeerbeleid op punten verslagen. Hoewel er hier en daar nog wel wat in de marge gemopperd werd. Je zal maar op de Dalweg moeten parkeren en er rijdt geen bus naar de Braamweg. Dan ben je mooi in de aap gelogeerd. Daarvoor heb je je eigen parkeerplaats niet betaald.

Dat wordt nog wat als de Braamweg en Heselbergherweg worden gerenoveerd. Ze zullen wekenlang, als openliggende zenuwen, het parkeren voor deur bemoeilijken.

Ik heb in de wandelgangen vernomen dat  gemeente Arnhem in overweging genomen heeft een aantal parkeerplekken in de Musisgarage te reserveren. Het Openlucht Museum is ook gevraagd mee te denken in deze precaire kwestie.

‘O, maar wij hebben ruimte genoeg!’ aldus een vrolijke woordvoerster van ’s lands mooiste museum.

‘En voor een tientje de man per week kunnen we wellicht een shuffle-dienst rijden met een trolleybus uit 1954.’

Nogmaals, het zijn wandelganggeruchten.

Gisteravond werd voorgesteld een voetpad aan te leggen naar de ondergrondse vuilcontainers. Een bedenkelijk voorstel gezien de opgetrokken wenkbrauwen van enkele bestuursleden. Zeker toen gevraagd werd een brief namens de bewoners op te stellen. Of het bestuur dat kon regelen. Het appèl op de zelfredzaamheid snapte ik wel – we zijn te verwend geraakt door het arbeidsethos van ons diep gewaardeerd bestuur. We worden te lui. Ik overweeg overigens mij aan te melden bij de initiatiefnemers. Echter met een andere insteek: ik wil geen stoep, maar een trap. Ik kom met twee zakken ongescheiden afval voor tien uur ’s avonds heel die berg niet meer op. Daarbij lijkt mij zo’n hellend stoepje levensgevaarlijk – vooral in de winter. Wat als een ongelijnde hond daarop uitglijdt, het hekloos talud afrolt en op een van onze terrassen een pootje breekt?

Om mij heen kijkend besefte ik gisteravond welk een gelukkig man ik eigenlijk ben. Wonen in het Paleis is pure rijkdom, ondanks de aangepaste heghoogte, ondanks de inflatiecorrectie op de gangkasten. Want hoe verbeten men ook kan zijn, hoe fel of weerspannig, uiteindelijk eten we op Nieuwjaarsdag elkaars kliekjes en verlenen we met groot erbarmen het Kattenluikpardon. Om mij heen kijkend wist ik gisteravond ineens heel zeker dat er op het Paleis met grote regelmaat samen gedoucht wordt.

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *