Doe jij ’s avonds laat wel eens een brief op de bus? Niet? Dat is jammer, want dan mis je een uniek schouwspel van mens en dier. Rond dat tijdstip begeven zich hondenbezitters op straat om hun viervoeter uit te laten. Soms vraag ik me af wie nu eigenlijk wie uitlaat. In het donker galmt het door de straat “Boxer”, “Bóóóxer”, “Boxerrrrr, kom hier!”. Afijn, als alle klemtoon-variaties zijn uitgeput loopt de mens geïrriteerd naar het dier om deze vermanend toe te spreken. Ik moet de eerste oprecht schuldbewuste hond nog tegenkomen, maar het heeft wel iets aandoenlijks.
Het bewijs dat het dier het voor het zeggen heeft vind ik de wonderlijke concentraties van dit soort duo’s. We weten allemaal dat honden elkaar opzoeken, dus doen hun baasjes dat ook. Op zo’n moment mag je als huisdierloze briefposter getuige zijn van de gesprekken tussen de baasjes. “Ik ben met Samson bij de dierenarts geweest. Vanwege zijn heup moet hij het een paar weken rustig aan doen.” What the f… ! Heb jij ooit een hond gezien met een zestig-urige werkweek? Nee, dan de dame die zegt “Bonita helpt me ’s ochtends altijd bij het kiezen van mijn outfit. Als ze instemt blaft ze.” Vast wel. Zou het misschien te maken hebben met die kattenharen op je lamswollen truitje, schat?
Nu is het natuurlijk onzin dat baasjes op hun hond gaan lijken. Maar sommigen doen daar wel hun best voor. “Leuk hè, Trix haar nieuwe halsband met bling-bling. Ik heb een matching broekriem gekocht.”, voegt de geblondeerde overbuurvrouw eraan toe. Onderwijl trekt ze trots haar jas op om de nieuwe gadget te laten zien. Op dat moment nemen de honden het initiatief om het harmonieus samenzijn te beëindigen. Bonita is het zat dat Boxer de hele tijd aan haar kont snuffelt, en ze zet haar tanden in zijn neus. Weer galmt het door de straat “Boxerrrr, kom hier!”, gevolgd door de achtervolging van de paniekerende Boxer door een licht overgewichtige straatbewoner. Buitengewoon komisch. Net als de teleurstelling van de geblondeerde overbuurvrouw als Trix op de vlucht slaat en een deel van de bling-bling van haar riem springt. Misschien morgenavond toch maar de broekriem van vrouwtje om. Met een grote grijns op mijn gezicht wandel ik naar huis.
Groet,
Paul